Het Spaanse parlement heeft vrijdag zoals verwacht premier Mariano Rajoy de laan uitgestuurd door een motie van wantrouwen aan te nemen met 180 tegen 169 stemmen en één onthouding.
De motie werd door de socialistische partij PSOE in stemming gebracht nadat bestuurders van Rajoy’s Volkspartij (PP) waren veroordeeld tot lange gevangenisstraffen wegens corruptie.
Toen eerder deze week bleek dat ook de kleine Baskische Nationale Partij (PNV) voor de motie zo gaan stemmen, leek het lot van Rajoy al bezegeld. Rajoy regeerde sinds 2011 over Spanje, de laatste jaren deed hij dat met een minderheidsregering. De PP heeft 134 parlementariërs. Het was pas de vierde motie van wantrouwen in Spanje sinds het einde van van de Franco-dictatuur in 1975 en de eerste die werd aanvaard.
Pedro Sánchez gaat minderheidsregering leiden
Rajoy wordt opgevolgd door de leider van de PSOE, de 46-jarige econoom Pedro Sánchez. Deze gaat vermoedelijk maandag aan de slag en zal volgende week zijn kabinet presenteren. Ook dat zal een minderheidsregering zijn. De sociaaldemocraten, die de verkiezingen in 2016 verloren, hebben slechts 84 zetels in het parlement.
De steun zal ter linkerzijde moeten komen van rivaal Podemos (Wij kunnen), met 67 afgevaardigden, en van regionale partijen uit onder meer crisisregio Catalonië en Baskenland. De liberale Ciudadanos, die aandrong op het aftreden van Rajoy én op nieuwe verkiezingen, stemde mee met de PP.
Sánchez, die wegens zijn charme en uiterlijk bekend staat als Pedro el Guapo (knappe Pedro), wacht dus een lastige klus met het vinden van meerderheden voor zijn plannen. Hij houdt er rekening mee dat de Spanjaarden binnen afzienbare tijd weer naar de stembus moeten, liet hij al doorschemeren.